Woensdag 9 augustus schrijft De Morgen:
Niets is wat het lijkt in oorlog Libanon
Recente incidenten met gemanipuleerde beelden hebben twijfel gezaaid over de juistheid van nieuwsfoto's die uit Libanon komen. Iedereen met een computer en een softwarepakket van pakweg 50 euro kan tegenwoordig dan ook de geschiedenis herschrijven. [...] Een bekend voorbeeld dat heftige discussies uitlokt op het internet is het beeld van de man die een dode peuter uit een gebombardeerd huis in zijn armen draagt: de fopspeen die het kind in zijn mond heeft, ziet er volgens een hoop bloggers te nieuw en onbestoft uit om rechtstreeks vanonder het puin te komen. [...]
Het gezond verstand zegt wellicht dat we vanaf nu ook de waarachtigheid van foto's moeten dubbel checken, net zoals dat al altijd het geval geweest is voor tekstuele berichten. En dat de bron geloofwaardig moet zijn...
Maar het is niet alleen in dergelijke extreme schoolvoorbeelden dat we ons de vraag naar de betrouwbaarheid van informatie en kennis (moeten) stellen. Stelt zich uiteindelijk het probleem zich niet evengoed in onze professionele omgevingen, het Intranet voorop? Beroepshalve komt ik in veel organisaties. In het Intranet neuzen is een van de bronnen om de organisatie te leren kennen. Hoe weet je of een tekst betrouwbaar is?
Is de tekst recent? Of is de tekst recent nagekeken? Staat er wel een datum op? De automatisch toegekende datum bij opslag, is niet noodzakelijk de datum waarop het document is gemaakt!
Wie is de auteur? Heeft die persoon een degelijke reputatie? Waar vind ik iets over de auteur en zijn reputatie?
Is de auteur wel relevant? Misschien was het een junior medewerker die de pen gehanteerd heeft en opgeschreven heeft wat de senior vertelde? Dus ook de automatische genoteerde naam van wie de tekst heeft opgeladen is niet noodzakelijk de intellectuele ouder!
En als er een senior achter zit, is het wel een afgewerkte tekst? Of een eerste versie? Of enkel ideeën?
En is het de mening van 1 expert die het nagekeken heeft? Of staat er een gehele
Community achter?
En als het een kwalitatief hoogstaande geverifieerde tekst is (bv. over een methode), wordt de inhoud toegepast? Is het officieel?
Deze problematiek wordt des te belangrijker omdat de Intranetten nu ook virtuele bureaus bevatten, en dus veel meer teksten van collega's die elkaar en elkaars context zo goed kennen dat ze soms aan een half woord genoeg hebben. Maar wie dergelijke half expliciete teksten via de interne zoekmachine vindt kan wel verward worden. Of het aantal teksten die de zoekmachine geeft kan er te groot door worden, zodat de persoon het opgeeft. Om het in het jargon te zeggen: er is cognitieve overbelasting, en dat is nadelig voor de kennisstromen. Meer nog het is een uitdaging voor Kennismanagement om cognitieve overbelasting te vermijden!
Laatste reacties