Vaak is pensionering een aanleiding om aan kennismanagement te doen. En dan stelt men de vraag: "hoe kan de kennis van de senior naar de junior, zijn opvolger, overgedragen worden?" Het goede nieuws is natuurlijk dat daar methodes voor bestaan.
Maar is het wel de beste vraag? Een tijd geleden had ik met een directiecomité een oefening om de gevolgen van de pensionering van de babyboomers aan te pakken. Toen riep de voorzitter uit: "maar ik wil niet dat de juniors werken zoals de seniors ! Wie garandeert ons dat de aanpak van de senioren een best practice is? Is het niet het moment om ook te kijken of er geen betere werkpraktijken kunnen opgebouwd worden?" Dit zijn inderdaad zeer terechte bedenkingen. Een betere vraag is dan: "hoe kan de junior zijn praktijk opbouwen, waarbij hij de voornaamste lessons learned van de senior integreert?"
Maar ook die vraag kan beter: als slechts 1 junior van de senior leert, dan blijven we met een kennisbottleneck zitten. Dus een betere vraag is: "hoe kan een learning community van juniors hun praktijk opbouwen, waarbij zij de voornaamste lessons learned van de senior integreren?"
Maar ook deze vraag is niet ideaal. Waarom moeten we wachten tot een senior de organisatie verlaat? Is kennisoverdracht en samen zoeken naar betere praktijken niet een taak die men permanent moet doen? De betere vraag is dan: "hoe maken we een Community of Practice (CoP) waarbij seniors en juniors geregeld kennis en ervaring uitwisselen en samen de praktijken en processen verbeteren?"
Je voelt dus duidelijk aan dat er verschillende maturiteitsniveaus zijn in de manier waarop een organisatie met haar kennis omgaat. Een senior die vertrekt is 5 voor 12. En jammer genoeg is het vaak 5 na 12: de senior is al weg als de junior toekomt. In het beste geval heeft de senior een "survival kit" gemaakt voor zijn opvolger. Maar als dat niet zo is, dan kan je de methode vergelijken met archeologie: daar moet men leren hoe het in zijn werk ging aan de hand van achtergelaten artefacten, teksten… Daar zijn ook methodes voor, maar ze zijn natuurlijk duurder en kunnen niet dezelfde kwaliteit opleveren als de hoger beschreven methodes.
Reacties